Een thermische breuk is geen productiefout, maar het gevolg van sterke temperatuurverschillen (meer dan ca. 30°C) in het oppervlak van het glas. Zo’n breuk heeft een speciaal breukpatroon dat niet te vergelijken is met dat van het breken van glas door bijvoorbeeld het inslaan van de beglazing. Een thermische breuk is te herkennen aan één breuklijn die loodrecht vanuit de rand van het glas begint en daarna in een grillige vorm verder loopt. Of er sprake is van een thermische breuk kan het best door een glasprofessional worden beoordeeld.
De kans op thermische breuk is fors te verkleinen door:
- Jaloezieën, lamellen of overgordijnen op enige afstand van de beglazing te plaatsen
- Verwarmingselementen niet te dicht bij de beglazing te plaatsen
- De beglazing niet te beschilderen of te beplakken met plakfolie
- Geen grote voorwerpen te plaatsen aan de binnenkant, dicht achter de beglazing
- Handelingen te voorkomen die tot een temperatuurverschil in de beglazing kunnen leiden (bijvoorbeeld een gerichte, koude waterstraal op een door de zon verwarmde beglazing).
- Goed ontwerp (geen kloof aan de bovenzijde waar warmte zich kan ophopen bijvoorbeeld)
- Extra helder glas toe te passen
- Glas vlak mat te slijpen
- Glas thermisch te behandelen (half harden of harden)
Thermische breuk kan ook op voorhand worden voorkomen door gehard glas toe te passen in de constructie. Gehard glas is speciaal behandeld en bestand tegen veel grotere temperatuurverschillen. In situaties waar het glas te maken kan krijgen met grote temperatuurverschillen is het raadzaam gehard glas toe te passen. Laat u hierover informeren door uw glaszetter of montagebedrijf.