Bij een vloerafscheiding gemaakt van glas geldt altijd een voorgeschreven hoogte van 0,85m. Dit is een lagere minimumeis dan voor andere vloerafscheidingen. De reden hiervoor is dat een raam een zekere bescherming biedt tegen vallen. Bij een raam dat open kan, moet altijd een vaste borstwering (doorvalstang) aanwezig zijn met een hoogte van ten minste 0,85 m. Men dient hierbij wel rekening te houden met de grootte van de toegestane openingen in een vloerafscheiding. Dit geldt niet voor een raam op de begane grond, indien het hoogteverschil met het aansluitende terrein kleiner is dan 1 m.