Volgens NEN 3569 is er bij een deur sprake van een zijlicht als de afstand gemeten tussen aan de ene zijde de dagkant van het zijlicht en aan de andere zijde de dagkant of sponningkant van de deur kleiner of gelijk is aan 300 mm. Indien dit het geval is en de onderkant van het glas in de deur en zijlichten bevindt zich op ¡Ü 1,4 m ten opzichte van het aangrenzende peil, dan dient zowel in de deur als in de zijlichten aan beide zijden (stootzijden) veiligheidsglas te worden toegepast.