Bij isolatieglas kan condensvorming optreden aan de binnen- of buitenzijde van de ruit. Dit is geen productiefout en heeft ook geen negatieve gevolgen. Wel kan de aanwezigheid van condens door gebruikers als storend of verrassend (als niet passend bij het product) worden ervaren.
Condens binnenzijde
Condensvorming aan de kamerzijde ontstaat meestal bij een lage buitentemperatuur en een hoge relatieve luchtvochtigheid in de woning. Het aanwezige vocht condenseert dan tegen het glasoppervlak. Bij isolerende beglazing als HR isolerend dubbelglas is dit risico kleiner dan bij enkelglas. Het is echter ook afhankelijk van de situatie. Condensvorming aan de binnenzijde kan men voorkomen door goed te ventileren. Zeker als u bestaande beglazing vervangt, dient u goed te kijken naar de mogelijkheden om te ventileren.
Condens buitenzijde
Condensvorming aan de buitenzijde ontstaat eveneens bij een lage buitentemperatuur en een hoge relatieve luchtvochtigheid. Het komt maar in een beperkt aantal situaties voor en is niet te voorkomen. De kans op condensvorming is het grootst in de ochtenduren van het voor- en najaar. De condens verdwijnt zodra de buitentemperatuur stijgt en de luchtvochtigheid afneemt. Bij isolerende beglazing met een goede warmte-isolatie is het warmteverlies door het glas beperkt en blijft de buitenruit relatief koud, waardoor de kans op condens op het glas groter is. Hoe beter de warmte-isolatie van de beglazing, hoe groter die kans. Condens aan de buitenzijde is dus in wezen een bewijs dat het glas “werkt”.
De ruit droogwrijven heeft geen zin. Zolang de buitentemperatuur laag en de relatieve vochtigheid buiten hoog is, kan de condens terugkomen. Wanneer het als zeer storend wordt ervaren zijn er wel speciale anti-condens coatings verkrijgbaar die de aanzet van condensvorming vertragen of in sommige gevallen zelfs helemaal voorkomen. Uw glaszetter of montagebedrijf kan u hier alles over vertellen.